Mijn allereerste baan als HR-adviseur was bij een bedrijf in Amsterdam-West.
Daar gebruikte een collega-adviseur vaak een term die ik vandaag nog altijd gebruik.
Waarom? Omdat het zo’n herkenbare, unieke omschrijving is van iets dat studenten nodig hebben én omdat het iets is waarmee de ‘gewone’ stagebedrijven zich onderscheiden van de echt goede stagebedrijven.
De term?
‘Blunderruimte’
Dit is de ruimte die iemand binnen een organisatie heeft om fouten te maken, om plat op de bek te gaan.
Om te proberen dus.
Oftewel: Om te leren.
De beste stagebedrijven geven studenten genoeg van die ‘blunderruimte’.
Dit is het vertrouwen en de vrijheid om dingen uit te zoeken, om dingen te proberen.
Soms gaat het goed.
Soms gaat het mis.
Het is de taak van de begeleider en van het stagebedrijf om te zorgen dat de schade zo beperkt mogelijk is.
Een goed stagebedrijf pakt het zo aan dat een collega de stagiair met hoogstens een geschaafde knie of een pijnlijke elleboog overeind helpt en kijkt hoe je die valpartij in de toekomst kunt vermijden. “Dat was schrikken, dat is niet leuk, maar geen man overboord, laten we kijken hoe we dit kunnen voorkomen.”
Wat je niet wilt is een situatie waarin de medewerkers een stagiair te hard laten vallen op een project dat echt belangrijk is voor het bedrijf en vervolgens de stagiair verwijtend naroepen terwijl deze met een geknakt ego wegstrompelt om te huilen in een hoekje.
Blunderruimte bieden
Geef de stagiair de ruimte om te falen.
Richt die ruimte zo in dat de schade voor de stagiair en voor jouw bedrijf meevalt.
En gebruik iedere keer dat de student ‘blundert’ om te kijken waar het leermoment zit zodat het struikelblok verdwijnt.
De blunderruimte is hiermee een metafoor voor de omgeving waarbinnen de stagiair ervaring opdoet én voor de psychologische manier waarop je studenten een veilige omgeving biedt.
Zien waar in jouw bedrijf blunders gemaakt worden bij het bieden van een veilige omgeving aan stagiairs?
Onze workshop helpt wellicht